Het is weer lente! De tijd van het jaar waarop iedereen weer buiten actief wordt. De tijd om het hardlopen of het fietsen weer fanatiek op te gaan pakken. Maar hoe weet je nu of je op het goede niveau aan het trainen bent?

De hartslag is een zeer bruikbaar gegeven om de intensiteit van de inspanning in te schatten voor duursporten. Bijvoorbeeld lopen of fietsen. Bij deze inspanningen stijgt de hartslag evenredig met de intensiteit van de inspanning. De reden daarvoor is zeer eenvoudig; met toenemende intensiteit gebruikt het lichaam meer energie en automatisch ook meer zuurstof. Je maximale hartslag is genetisch bepaald en voor iedereen verschillend. Het is een constante waarde en kan niet beïnvloed worden, het zegt ook niks over je fitheid of je prestatievermogen. De maximale hartslag daalt bij het stijgen van de leeftijd. De gemiddelde waarde van de maximale hartslag wordt vaak geschat op 220 – leeftijd in jaren, maar de variatie is in werkelijkheid groot, waardoor deze manier erg onnauwkeurig is.

Als je ergens voor aan het trainen bent, kun je je hartslag heel goed gebruiken om je trainingen in te delen. Vooral in duursporten wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde omslagpunt oftewel anearobe drempel. Je omslagpunt is de maximale hartslag die je gedurende langere tijd kunt vol houden zonder te verzuren. Door te trainen maken je spieren afvalstoffen aan, die door je lichaam worden afgevoerd. Als de aanmaak van afvalstoffen groter is dan de afvoer ervan, raak je verzuurd. Je omslagpunt is die hartslag waarbij dit nog net in evenwicht is.

Als je gaat verzuren dan kun je de inspanning minder goed volhouden. Andersom is het zo dat  als je nog (net) niet aan het verzuren bent dat je dan de inspanning wel lang vol kunt houden. Je ziet, dit is een reden waarom je wilt weten waar je omslagpunt ligt; je wilt weten bij welke inspanning je zo goed mogelijk presteert en die toch lang vol kan houden. Het meten van het omslagpunt heeft voor verschillende sporten (voornamelijk duursporten) nut om heel specifiek te trainen, zodat je training zo effectief mogelijk kan plaatsvinden. De door duursporters gebruikte trainingszones worden veelal berekend als percentage van je omslagpunt, zo kun je bepalen op welk moment je een hersteltraining, duurtraining of een intervaltraining doet. Op deze manier kan je heel specifiek trainen om tot optimale prestaties te komen.

Maar hoe bepaal je nu dit omslagpunt?

De meest nauwkeurige methode is door een inspanningstest met ECG-controle te laten doen bij een sportmedisch adviescentrum (SMA). Hierbij worden belangrijke lichaamsfuncties als hartslag, bloeddruk, ademhaling door elektroden geregistreerd, terwijl je op een hometrainer fietst en de weerstand steeds verder oploopt.

Naast de test bij het SMA kan ook de sportfysiotherapeut je omslagpunt redelijk nauwkeurig bepalend door een test uit te voeren op een hometrainer, waarbij gebruik wordt gemaakt van een hartslagmeter. Wil je weten waar jouw omslagpunt ligt en binnen welke zones je kunt trainen neem dan contact op met de sportfysiotherapeut. Zij kan ook advies geven over het opbouwen van een training. Als je een test bij een SMA hebt laten doen, kun je met de uitslag daarvan ook terecht voor advies en/of training.

Regelmatig schrijven onze therapeuten een column welke verschijnt in de PC55 en op onze website.

Volg daarnaast onze facebook pagina om op de hoogte te blijven!